De komende tijd zullen de eerste Akkerdistels op het Voedselbos van Elderveld verschijnen.
Op https://www.floravannederland.nl/planten/akkerdistel is een filmpje te bekijken dat deze plant duidelijk omschrijft. De plant heeft
- stekelige bladeren
- een recht omhoog schietende steel met schuin omhoog wijzende vertakkingen
- de relatief gladde, gegroefde stelen
- de bloemhoofdjes staan allemaal min of meer op gelijke (30 tot 180 cm) hoogte als ze in bloei komen.
Akkerdistels vormen in het eerste jaar een rozet, en het jaar daarop gaan ze de lucht in. Het wortelstelsel kan op een diepte van 20 cm in de bodem lange uitlopers vormen in alle richtingen, die zich vertakken en op diverse plekken in de diepte groeien de wortels verticaal tot meer dan twee meter diepte. Op verschillende plaatsen ontstaan dan uit dit wortelstelsel omhoogschietende stengels.
Na verloop van tijd kan je groepjes met andersoortige bloemen herkennen, omdat de Akkerdistel (vrijwel) tweehuizig is en klonen uit hetzelfde wortelstelsel allemaal hoofdjes met bloemen hebben die eenslachtig vrouwelijk zijn, of merendeels eenslachtig mannelijk. (1,5 x groter)
Weetje: In de hoofdjes van de mannelijke planten vind je een enkele keer ook bloemetjes met een stempel en vruchtbeginsel dat dan na bevruchting een nootje kan opleveren. Dit heet gynodioecie.
De vrouwelijke hoofdjes ruiken naar vanille waarmee insecten worden aangetrokken. De zaadjes worden door de wind ver verspreid door hun pluis. Een Akkerdistel groeit overal waar de zon schijnt, en de bodem (te) rijk is aan stikstof en fosfor. De soort bloeit van juni tot september en produceert rond de 1600 tot 8400 zaden per plant die zich vanaf augustus verspreiden. Afhankelijk van de wind dalen ze 20-40 (soms 50) meter verderop neer.
Soms ontkiemt het zaad al in de herfst, maar het meeste zaad (60%) ontkiemt tussen februari en mei van het jaar erop, maar zaailingen kunnen nog vier jaar later opkomen. Het zaad kan zelfs tot 20 jaar overleven in de bodem!
Wettelijk is er een verplichting om een strook van dertig meter vrij te houden van Akkerdistel waar het perceel grenst aan landbouwgrond. Hoewel de Akkerdistel dus een waardevolle plant is voor insecten, is het ook een grote concurrent van voedselgewassen (en tuinen van aanwonenden) en zodoende ontkomt het Voedselbos er niet aan om de verspreiding in te perken. Het doel van de bestrijding is om gericht de top (bloemen en zaden) te vernietigen, de wortel uit te putten en de concurrentie van anders soorten te vergroten.
- Akkerdistel kan niet goed tegen schaduw. Door de groei van andere planten te stimuleren, zal dat de ontkieming en ontwikkeling van de Akkerdistel tegengaan. Dit kan de productie met een factor 10 verminderen.
- Hierbij kun je kiezen voor soorten die ook zelf weer van nature verdwijnen zoals gras/klavermengsels (groenbemesters) en winterrogge of Italiaans raaigras.
- Veelvuldig vlak voor de bloei en zaadzetting maaien en afvoeren om de plant uit te putten
- De biomassa neemt lineair af met het aantal maaibeurten.
- De plant uittrekken met wortel en al, is een prima bestrijdingsmethode, maar dan wordt ook de kwaliteit van de akkerdistel om breed en diep te wortelen te niet gedaan terwijl dat juist zou kunnen helpen om de verslempte bodem te dooraderen.
Gemiddeld duurt het enkele jaren voordat akkerdistels volledig zijn uitgeroeid. Het is belangrijk om geduld te hebben en de planten regelmatig te blijven bestrijden om te voorkomen dat ze terugkeren.
Het goede nieuws: De Akkerdistel is eetbaar!
Jonge Distel (verzameld tussen maart en mei) wordt op verschillende sites aangeprezen, zowel rauw als bewerkt te eten mits de stekelige delen verwijderd worden. De smaak van de jonge bladeren is ingetogen, oudere en puntige bladeren zijn bitter en oneetbaar.
- Wortel, rauw of gekookt: Neem eerstejaarsplanten. Wortels van oudere planten zijn draderig en stug.
- Jonge stengel (voor de bloei) is sappig. Als je al de prikkende bladeren verwijdert schiet er een sappig, mals deeltje over dat je kan klaarmaken als een asperge, maar ook rauw eetbaar is. Strip wel de buitenste vezelachtige laag eraf.
De smaak wordt omschreven als nootachtig, rauw zou het lijken op selderij. Fermenteren is ook mogelijk. Of op zuur zetten, zoals je doet met augurken. Of kook ze net als rabarber, ze zijn snel gaar.
- De jonge, nog doornloze blaadjes kunnen als bladsalade worden bereid.
Of stomen en koken, als spinazie. Het hoge eiwitgehalte zorgt voor een langdurige verzadiging.
- Bloemhoofdjes (rijp en onrijp) smaken zoet en kunnen rauw of gekookt gegeten worden.
Een siroop afgekookt uit in suikerwater met citroen geweekte bloemhoofdjes. Let wel dat je het groen er dan wel afhaalt. Hier zitten bitterstoffen in.
De bloemhoofdjes worden als een zeldzame delicatesse beschouwd.
- Van alle delen van de Akkerdistel kan een thee worden getrokken.